Daar komen de euro-bonds

Sinds ik voor de VVD actief ben in de lokale politiek, ben ik regelmatig op pad. Gisteren sprak ik met een bewoner van de Ronde Hoep over de zorgen die er leven rond de massale bomenkap in dat mooie poldergebied. Je kunt gerust zeggen dat groen in algemene zin en bomen in het bijzonder, onze gemeente flink bezighoudt. De weides in de polders verbinden het groene dorp Duivendrecht met Ouderkerk aan de Amstel en buurtschap De Waver. Als je reuring in de Raad wilt, moet je een boom proberen te kappen.

We hadden een goed gesprek en het ging niet alleen over de bomen. Ook de eurobonds kwamen aan bod. “Eigenlijk moet dat een van de belangrijkste onderwerpen van de volgende verkiezingen zijn,” zei hij. Naar alle waarschijnlijkheid zal het daar in de verkiezingscampagne nauwelijks over gaan. Het is tenslotte een saai en technisch ingewikkeld verhaal. Maar wat staat er eigenlijk op het spel?

In tegenstelling tot veel Zuid-Europese landen heeft Nederland een relatief lage staatsschuld. Daardoor kunnen we tegen een aantrekkelijke rente lenen. Tegelijkertijd staan we in Europa voor grote uitdagingen: denk aan het halen van klimaatdoelstellingen, de oorlog aan de oostgrens van Europa en een mogelijke handelsoorlog met de Verenigde Staten. Om die het hoofd te bieden, zullen overheden fors moeten investeren – en dus lenen.

Het idee van eurobonds is dat we die schulden als Europa gezamenlijk aangaan. Dat klinkt solidair, maar het betekent ook dat landen als Nederland indirect meebetalen aan het hogere risico van andere lidstaten. Bovendien kan de rente op gezamenlijke leningen hoger uitvallen dan wanneer we zelfstandig zouden lenen. Voor Nederland een onwenselijke situatie.

Terug naar de verkiezingen. Frans Timmermans, momenteel nog de leider van GroenLinks/PvdA, betoogde op 10 februari in de Volkskrant dat “eurobonds de energietransitie kunnen financieren en vele groene banen scheppen.” Op zich een nobel streven, maar wat betekent dit voor Nederland? Lees nog maar eens de vorige alinea. Ook Volt is een uitgesproken voorstander van gemeenschappelijke leningen. Of we voor of tegen eurobonds moeten zijn, is een politieke keuze. Maar de vraag is: wordt die keuze straks gemaakt door de kiezer, of door de politici op wie we stemmen?

Omdat het zo’n saai onderwerp lijkt, zal het er in de campagne wel weinig over gaan. We leggen daarmee ons financiële lot in handen van de partijen die straks een nieuw kabinet gaan vormen. Onze huidige minister van Financiën, Eelco Heinen (VVD), zei op 24 oktober 2024 in het Financieele Dagblad het volgende: “Bij mij is er geen ruimte voor eurobonds. Wil je meer uitgeven aan bijvoorbeeld defensie? Voer geen discussie met mij, maar overtuig je eigen kiezers om keuzes te maken.”

Het lijkt me duidelijk: we moeten niet de doodlopende weg inslaan van steeds meer gezamenlijke schulden, maar ons eigen huishoudboekje op orde hebben.