Polarisatie vergeet het maar

Je kunt er niet aan ontkomen, maar elke dag is er wel een relletje in de media. Helemaal op social media waar de gemiddelde Nederlander zo’n 2 uur per dag zijn tijd spendeert. Wie mij een beetje volgt die weet dat ik waarschijnlijk boven het landelijk gemiddelde zit. 

Elke dag is er wel een rel. Regelmatig valt het woord polarisatie met name uit de hoek van het zogenaamde redelijke midden. In die roep om dat te stoppen zit een sterke moraliserende superioriteit verborgen. Het is ook geen politieke partij maar een beweging. Mooi hoor je zegt geen politiek te bedrijven maar doet het stiekem toch.

Ik begrijp de wens van dit ‘redelijke’ midden goed, echter het is er een die zinloos is omdat ons land minder gepolariseerd is dan de media ons doen geloven. Het onderzoek van Socioloog Quita Muis liet zien dat we juist dichter bij elkaar staan dan ooit te voren. Polarisatie zit toch vooral in de hoofden van de grote minderheid van hoogopgeleiden met een goed inkomen. 

De werkelijkheid speelt niet zich af op social media, tv of kranten. Op straat, kantoor, de kroeg, een festival of gewoon thuis daar is de polarisatie niet aanwezig. Daar drinken we koffie, hebben elkaar lief en kijken we naar mierzoete reality-soaps onder het genot van een drankje.

Als soms het journaal kibbelende politici laat zien, dan vergeten we dat veel voor de bühne is. Polariseren dat is hun baan, dat helpt ons om straks bij de verkiezingen een weloverwogen keuze te maken.  Daarna, daarna horen de politici samen het midden te zoeken om tot een compromis te komen. Niet in verkiezingstijd, maar in regeringstijd dan horen ze de polarisatie te stoppen. Hier is iets in de afgelopen jaren misgegaan. 

Als de enige manier is om oppositie te voeren elk debat of interruptie te beginnen met woorden als ‘dit racistische’ of dit ‘fascistische’ kabinet, dan ben je vergeten dat de kiezer reeds gesproken heeft. Dan voer je geen oppositie meer maar dan polariseer je doelbewust