De status Quo
Al meer dan twintig jaar help ik projectmanagers en hun managers kritisch te kijken naar hoe zij projecten uitvoeren. Op die manier kunnen zij een continu proces van verbetering op gang brengen. Maar de laatste jaren maak ik mij zorgen over hoe het vakgebied zich ontwikkelt. Het lijkt of we vast zitten in een moeras van methoden, raamwerken en de daarbij behorende certificeringen. Ik ken veel goede projectmanagers die ik als opdrachtgever zonder meer een project zou toevertrouwen. Mannen en vrouwen die je met een missie op pad kunt sturen en met een klinkend resultaat terugkomen. Over hen gaat deze column niet.
Mijn zorgen gaan uit naar hoe weinig voortuitgang zij boeken. Tot enkele jaren geleden waren het projectmanagers uit de softwareontwikkeling die de toon zetten. Maar toen het agile werken veel projectmanagers overbodig maakte, werd het stil. In plaats daarvan kregen we nieuwe versies van PRINCE2, de PMBOK, ICB, SAFe en ga zo maar door. Het werd een jacht op certificaten die een bewijs van competentie zouden zijn. Maar als je denkt dat je met een certificaathouder de sleutel tot succes in handen hebt, dan overschat je de invloed van zowel het individu als het certificaat.
Het falen van een project wordt zelden veroorzaakt door een incompetente projectmanager. Deze kan de impact van het falen wel vergroten, maar daar houdt het dan ook wel mee op. Falen van project en projectmanager zijn beiden het gevolg van veel, vaak niet te beheersen, factoren. Wie had kunnen voorspellen dat we midden in een pandemie kwamen te zitten of dat een oorlog aan onze grenzen uit zou breken. Om maar wat zwarte zwanen te noemen.
Wat elke ervaren projectmanager je kan vertellen is dat pragmatisme, flexibiliteit, overwerk, doorzettingsvermogen, geluk en dergelijke belangrijker zijn dan de harde en de zachte vaardigheden waar onze trainers over praten en onze auteurs over schrijven. Ook opdrachtgeverschap is zo’n overdreven factor tot succes. Ja natuurlijk wel belangrijk, maar slechts beperkt. We hebben behoefte aan antwoorden op de vraag ‘hoe leer je iemand om te gaan met het onverwachte?’ Kan je dat leren of is dat een onderdeel van iemands persoonlijkheid? Een interessante vraag want als het niet te leren is, dan heeft dat consequenties voor de wijze waarop we selecteren en trainen.
Denk even mee. Stel dat dit een persoonlijkheidskenmerk is. Wat zoveel zeggen wil dat je met goede genen bent geboren en dat die door gunstige ervaringen zijn geactiveerd. Weg is dan het verdienmodel onder alle certificeringen. Weg zijn alle methodieken en raamwerken. We zouden dan enkel nog zoeken naar mensen met de juiste persoonlijkheid. Intuïtief is dat wat elke organisatie al doet wanneer zij een projectmanagement vacature willen invullen.
De mensen die we zoeken zijn mannen en vrouwen met een bepaald ongeduld in zich om zaken op te pakken die nog niet geregeld zijn. Mensen met sterke drijfveren die niet bang zijn om de strijd aan te gaan. Geen woorden maar daden. Geen carrièretijgers maar resultaat gedreven mensen die regels kunnen buigen en zich niet snel met een kluitje in het riet laten sturen. Het zijn overlevers die tegen een stootje kunnen. Ze brengen structuur aan in de chaos, maar overdrijven dat niet. O ja, ze hebben een gedegen kennis van wat het team aan het realiseren is. Daardoor doorzien zij patronen die erop wijzen waar iets mis kan gaan.
Neemt niet weg dat er dan nog steeds projecten zullen zijn waar zaken vreselijk anders lopen dat dat we dachten. Het verschil is wel de wijze waarop deze mannen en vrouwen met dat onverwachte om gaan. Want dat is een andere eigenschap die zij hebben, een souplesse om in elke situatie wel een manier te vinden. Ik prijs me gelukkig dat ik een aantal van hen in mijn netwerk heb. Je hoort ze niet zo vaak op sociale media, ook schrijven zij geen blogs zoals ik dat doe. Daar hebben zij geen tijd voor. Zij zijn bezig om met hun projecten de wereld een beetje mooier te maken.